Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik ben Jozef! leeft mijn vader nog? En zijn broeders [8]konden hem niet antwoorden; want zij waren verschrikt voor zijn aangezicht. 8. Vanwege de conscientie om hun mishandeling aan Jozef, en zijn tegenwoordige hoogheid en macht, om zich aan hen te wreken, indien hij wilde.